25. onderstreept dat flexibele bepalingen nodig zijn op grond waarvan de EU kan reageren op veranderende behoeften en prioriteiten; stelt voor te onderzoeken of het EOF-model, op grond waarvan landen een beperkte hoeveelheid onvoorziene hulp krijgen toegewezen, kan dienen als model voor het toekomstige instrument voor ontwikkelingssamenwerking; benadrukt dat fondsen die op een flexibeler manier worden gebruikt, wel echte ontwikkelingsdoelstellingen moeten nastreven;
25. souligne la nécessité de dispositions flexibles qui permettent à l'Union de répondre aux changements en termes de besoins et de priorités; suggère d'étudier le modèle, établi par le FED, d'enveloppes limitées par pays pour l'aide non programmée en tant que modèle possible pour le futur instrument de coopération au développement; souligne toutefois que les fonds utilisés de manière plus flexible doivent poursuivre de véritables objectifs de développement;