Boost Your Productivity!Translate documents (Ms-Word, Ms-Excel, ...) faster and better thanks to artificial intelligence!
https://pro.wordscope.com
https://blog. wordscope .com
Vermoeden van COVID-19
Vermoeden van arbeidsongeschiktheid
Vermoeden van conformiteit
Vermoeden van glaucoma
Vermoeden van infectie door SARS-CoV-2
Vermoeden van negatieve verklaring
Vermoeden van onschuld
Vermoeden van onwettigheid
Vermoeden van overeenstemming
Vermoeden van vaderschap

Traduction de «onweerlegbare vermoeden » (Néerlandais → Français) :

TERMINOLOGIE
voir aussi les traductions en contexte ci-dessous
vermoeden van conformiteit | vermoeden van overeenstemming

présomption de conformité


vermoeden van infectie door SARS-CoV-2

infection suspectée due au coronavirus 2 lié au SRAS (syndrome respiratoire aigu sévère)




vermoeden van COVID-19

infection suspectée due à SARS-CoV-2




vermoeden van arbeidsongeschiktheid

présomption d'incapacité de travail




persoon te wiens aanzien er een redelijk vermoeden bestaat dat hij is betrokken bij het plegen van een strafbaar feit

personne présumée avoir participé à un fait punissable pouvant donner lieu à extradition


vermoeden van negatieve verklaring

présomption d'attestation négative


TRADUCTIONS EN CONTEXTE
1. « Is artikel 265, § 2, van het Wetboek van vennootschappen, zoals gewijzigd bij de wet van 20 juli 2006, in werking getreden op 1 september 2006, niet in strijd met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, eventueel in samenhang gelezen met de artikelen 6 en 14 van het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden, naast artikel 1 van het Eerste Aanvullend Protocol waarin het recht op het ongestoord genot van de eigendom is vastgelegd, in zoverre ten aanzien van de zaakvoerders, gewezen zaakvoerders en alle andere personen die ten aanzien van de zaken van de vennootschap werkelijke bestuursbevoegdheid hebben gehad, toepassing wordt gemaakt van het onweerlegbare vermoeden ...[+++]

1. « L'article 265, § 2, du Code des sociétés, tel que modifié par la loi du 20 juillet 2006, entrée en vigueur le 1 septembre 2006, n'est-il pas contraire aux articles 10 et 11 de la Constitution, éventuellement combinés avec les articles 6 et 14 de la Convention européenne de sauvegarde des droits de l'homme et des libertés fondamentales, outre l'article 1 du protocole additionnel n° 1 consacrant le droit au respect des biens, en ce qu'il est fait application dans les chefs des gérants, anciens gérants et toutes les autres personnes qui ont effectivement détenu le pouvoir de gérer la société de la présomption irréfragable de faute grave lorsque les ...[+++]


Deze oplossing biedt het voordeel dat een rechtspersoon die zich op geen van beide vermoedens die aldus in het leven worden geroepen (het onweerlegbare vermoeden in het nieuwe tweede lid wat de milieuzaken betreft, en datgene opgenomen in het nieuwe derde lid, in de overige gevallen van verdediging van een collectief belang, tot bewijs van het tegendeel) kan beroepen, zich niettemin kan baseren op het eerste lid van artikel 19 van de gecoördineerde wetten om aan te tonen dat ook hij doet blijken van een « voldoende » belang om in rechte op te treden ter verdediging van een collectief belang, overeenkomstig de criteria die thans worden ge ...[+++]

Cette solution présente l'avantage qu'une personne morale qui ne peut se prévaloir d'aucune des deux présomptions ainsi créées (la présomption irréfragable du nouvel alinéa 2 en matière d'environnement et celle, sauf preuve contraire, du nouvel alinéa 3, pour les autres cas de défense d'intérêt collectif), peut cependant toujours se fonder sur l'alinéa 1 de l'article 19 des lois coordonnées afin d'établir qu'elle justifie, elle aussi, d'un intérêt « suffisant » à agir en justice pour la défense d'un intérêt collectif, conformément aux critères de la jurisprudence actuelle de la section du contentieux administratif.


Deze oplossing biedt het voordeel dat een rechtspersoon die zich op geen van beide vermoedens die aldus in het leven worden geroepen (het onweerlegbare vermoeden in het nieuwe tweede lid wat de milieuzaken betreft, en datgene opgenomen in het nieuwe derde lid, in de overige gevallen van verdediging van een collectief belang, tot bewijs van het tegendeel) kan beroepen, zich niettemin kan baseren op het eerste lid van artikel 19 van de gecoördineerde wetten om aan te tonen dat ook hij doet blijken van een « voldoende » belang om in rechte op te treden ter verdediging van een collectief belang, overeenkomstig de criteria die thans worden ge ...[+++]

Cette solution présente l'avantage qu'une personne morale qui ne peut se prévaloir d'aucune des deux présomptions ainsi créées (la présomption irréfragable du nouvel alinéa 2 en matière d'environnement et celle, sauf preuve contraire, du nouvel alinéa 3, pour les autres cas de défense d'intérêt collectif), peut cependant toujours se fonder sur l'alinéa 1 de l'article 19 des lois coordonnées afin d'établir qu'elle justifie, elle aussi, d'un intérêt « suffisant » à agir en justice pour la défense d'un intérêt collectif, conformément aux critères de la jurisprudence actuelle de la section du contentieux administratif.


Deze oplossing biedt het voordeel dat een rechtspersoon die zich op geen van beide vermoedens die aldus in het leven worden geroepen (het onweerlegbare vermoeden in het nieuwe tweede lid wat de milieuzaken betreft, en datgene opgenomen in het nieuwe derde lid, in de overige gevallen van verdediging van een collectief belang, tot bewijs van het tegendeel) kan beroepen, zich niettemin kan baseren op het eerste lid van artikel 19 van de gecoördineerde wetten om aan te tonen dat ook hij doet blijken van een « voldoende » belang om in rechte op te treden ter verdediging van een collectief belang, overeenkomstig de criteria die thans worden ge ...[+++]

Cette solution présente l'avantage qu'une personne morale qui ne peut se prévaloir d'aucune des deux présomptions ainsi créées peut cependant toujours se fonder sur l'alinéa 1 de l'article 19 des lois coordonnées afin d'établir qu'elle justifie, elle aussi, d'un intérêt « suffisant » à agir en justice pour la défense d'un intérêt collectif, conformément aux critères de la jurisprudence actuelle de la section du contentieux administratif.


For more results, go to https://pro.wordscope.com to translate your documents with Wordscope Pro!
De heer Vandenberghe is van mening dat het wetsontwerp de orgaantheorie diepgaand wijzigt zodat de overheid voortaan aansprakelijk is voor haar ambtenaar-orgaan, zelfs als deze een opzettelijke onrechtmatige daad begaat of misbruik maakt van zijn functie, omdat de onweerlegbare vermoedens van artikel 1384, derde lid zullen gelden.

M. Vandenberghe estime que le projet de loi modifie profondément la théorie de l'organe, avec la conséquence que les pouvoirs publics seront désormais responsables de leur fonctionnaire-organe, même si celui-ci commet un acte illicite intentionnel ou abuse de sa fonction, dès lors que les présomptions irréfragables de l'article 1384, alinéa 3, s'appliqueront.


Rekening houdend met het noodzakelijk geheime karakter van de commissielonen die worden toegekend, waren er redenen om artikel 58 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen te wijzigen door uit te gaan van het onweerlegbare vermoeden dat het toekennen van een commissieloon in het kader van een overheidsopdracht of van een administratieve vergunning gebruikt wordt om openbare ambtenaren om te kopen.

Compte tenu du caractère nécessairement secret des commissions qui sont allouées, il y avait lieu de modifier le prescrit légal de l'article 58 du Code des impôts sur les revenus en présumant de manière irréfragable que l'octroi d'une commission dans le cadre d'un marché public ou d'une autorisation administrative sert à corrompre des agents publics.


De tweede prejudiciële vraag heeft betrekking op de bestaanbaarheid met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, al dan niet in samenhang gelezen met artikel 6 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens, van artikel 2, § 1, 1°, laatste zinsnede, van de RSZ-Wet, « in die zin geïnterpreteerd dat het toelaat, op onweerlegbare wijze, een onderscheid in te voeren tussen, enerzijds, een categorie van zelfstandigen voor wie geen (mogelijke) uitbreiding van het sociaalzekerheidsstelsel voor werknemers is voorzien en die dus noodzakelijkerwijze onder het sociaalzekerheidsrechtelijk stelsel voor de zelfstandigen vallen en, anderzijds een c ...[+++]

La seconde question préjudicielle porte sur la compatibilité avec les articles 10 et 11 de la Constitution, combinés ou non avec l'article 6 de la Convention européenne des droits de l'homme, de l'article 2, § 1, 1°, dernier membre de phrase, de la loi ONSS, « interprété en ce sens qu'il autorise, de manière irréfragable, l'établissement d'une distinction entre, d'une part, une catégorie de travailleurs indépendants pour lesquels une (éventuelle) extension du régime de sécurité sociale pour travailleurs salariés n'est pas prévue et qui relèvent donc nécessairement du régime de sécurité sociale des travailleurs indépendants et, d'autre pa ...[+++]


2. Schendt het artikel 2, § 1, 1°, laatste zinsnede van de Wet van 27 juni 1969 tot herziening van de Besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders, de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, al dan niet samen gelezen met het artikel 6 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens, in die zin geïnterpreteerd dat het toelaat, op onweerlegbare wijze, een onderscheid in te voeren tussen, enerzijds, een categorie van zelfstandigen voor wie geen (mogelijke) uitbreiding van het sociaalzekerheidsstelsel voor werknemers is voorzien en die dus noodzakelijkerwijze onder het sociaalzekerheidsrechtelijk s ...[+++]

« L'article 2, § 1, 1°, dernier membre de phrase, de la loi du 27 juin 1969 révisant l'arrêté-loi du 28 décembre 1944 concernant la sécurité sociale des travailleurs viole-t-il les articles 10 et 11 de la Constitution, lus ou non en combinaison avec l'article 6 de la Convention européenne des droits de l'homme, interprété en ce sens qu'il autorise, de manière irréfragable, l'établissement d'une distinction entre, d'une part, une catégorie de travailleurs indépendants pour lesquels une (éventuelle) extension du régime de sécurité sociale pour travailleurs salariés n'est pas prévue et qui relèvent donc nécessairement du régime de sécurité ...[+++]


De wet van 9 juli 1997 bevat drie maatregelen waartegen de plaatsvervangende rechters die vóór 1 oktober 1993 zijn benoemd, bezwaar hebben : zij zien het onweerlegbare vermoeden geslaagd te zijn voor het examen teruggebracht tot een tijdelijk vermoeden; tijdens de periode gedurende welke dat vermoeden geldt, kunnen zij bovendien slechts tot werkend rechter worden benoemd als zij een unaniem gunstig advies hebben gekregen (vereiste van een gekwalificeerd advies) en voor zover geen geslaagde voor het examen, stagiair of werkend magistraat die een unaniem gunstig advies heeft gekregen, kandidaat is (regel van voorrang van sommige concurren ...[+++]

La loi du 9 juillet 1997 contient trois mesures qui font grief aux juges suppléants nommés avant le 1 octobre 1993 : ils voient la présomption irréfragable de réussite de l'examen être ramenée à une présomption temporaire; en outre, durant la période de validité de cette présomption, ils ne peuvent être nommés juge effectif que moyennant un avis favorable et unanime (exigence d'un avis qualifié) et pour autant qu'il n'y ait pas de candidat lauréat, stagiaire ou magistrat effectif bénéficiant d'un avis favorable émis à l'unanimité (règle de préséance de certains concurrents).


De wet van 9 juli 1997 bevat drie maatregelen waartegen de plaatsvervangende rechters die vóór 1 oktober 1993 zijn benoemd, bezwaar hebben : zij zien het onweerlegbare vermoeden geslaagd te zijn voor het examen teruggebracht tot een tijdelijk vermoeden; tijdens de periode gedurende welke dat vermoeden geldt, kunnen zij bovendien slechts tot werkend rechter worden benoemd als zij een unaniem gunstig advies hebben gekregen (vereiste van een gekwalificeerd advies) en voor zover geen geslaagde voor het examen, stagiair of werkend magistraat die een unaniem gunstig advies heeft gekregen, kandidaat is (regel van voorrang van sommige concurren ...[+++]

La loi du 9 juillet 1997 contient trois mesures qui font grief aux juges suppléants nommés avant le 1 octobre 1993 : ils voient la présomption irréfragable de réussite de l'examen être ramenée à une présomption temporaire; en outre, durant la période de validité de cette présomption, ils ne peuvent être nommés juge effectif que moyennant un avis favorable et unanime (exigence d'un avis qualifié) et pour autant qu'il n'y ait pas de candidat lauréat, stagiaire ou magistrat effectif bénéficiant d'un avis favorable émis à l'unanimité (règle de préséance de certains concurrents).




datacenter (28): www.wordscope.be (v4.0.br)

'onweerlegbare vermoeden' ->

Date index: 2021-10-29
w