E
r dient echter te worden op gewezen dat, gelet op het
wettigheidsbeginsel inzake belastingen (artikelen 170, § 1, en 172,
tweede lid, van de Grondwet), de machtiging aan de Koning, opgenomen in het tweede lid van artikel 36, § 1, van het WIB
1992, noodzakelijk moet worden gelezen in strikte samenhang met het bepaalde in het eerste lid van die parag
...[+++]raaf, namelijk dat die voordelen gelden "voor de werkelijke waarde bij de verkrijger".
On relèvera toutefois qu'eu égard au principe de légalité en matière d'impôts (articles 170, § 1, et 172, alinéa 2, de la Constitution), la délégation au Roi, prévue à l'alinéa 2 de l'article 36, § 1, du CIR 92, doit nécessairement être lue en combinaison stricte avec la disposition de l'alinéa 1 de ce paragraphe, selon laquelle ces avantages sont comptés "pour la valeur réelle qu'ils ont dans le chef du bénéficiaire".