Art. 21. De vestiging van het centrum houdt rekening met de specifieke behoeften van de opgevangen of gehuisveste gehandicapten en met een oordeelkundige geografische spreiding ten opzichte van de andere centra voor gehandicapten, zonder dat de vestigingen van de vóór het in werking treden van dit besluit erkende centra opnieuw in vraag worden gesteld.
Art. 21. L'implantation du centre tient compte des besoins spécifiques des personnes accueillies ou hébergées et d'une répartition géographique judicieuse par rapport aux autres centres pour personnes handicapées, sans que les implantations des centres agréés à la date d'entrée en vigueur du présent arrêté ne soient remises en cause.