3. Het oormerk kan een code bevatten aan de hand waarvan ten minste de naam en de code of het logo van de bevoegde autoriteit of van de centrale bevoegde autoriteit van de lidstaat die het oormerk heeft toegekend, kunnen worden geïdentificeerd, en bevat de volgende tekens:
3. La marque auriculaire peut comporter un code permettant d'identifier au minimum le nom, le code ou le logo de l'autorité compétente ou de l'autorité compétente centrale de l'État membre qui a attribué la marque auriculaire, et doit comporter les caractères suivants: