8. veroordeelt met klem de massamoorden en andere misdaden tegen de bevolking van Oost-Timor, verklaart met nadruk dat het ondraaglijk is dat er wreedheden ongestraft zouden blijven, en vraagt dringend dat een internationale onderzoekscommissie van de Verenigde Naties de verantwoordelijkheid voor de massamoorden en alle andere schendingen van de rechten van de mens en de humanitaire rechtsregels nagaat en dat er zo spoedig mogelijk een internationale rechtbank wordt opgericht voor de misdaden die op Oost-Timor begaan zijn;
8. condamne sans réserve les massacres et les actes criminels perpétrés contre le peuple du Timorr‑Oriental, affirme que l’impunité pour les atrocités commises ne saurait être tolérée et demande qu’une commission internationale d’enquête des Nations unies s’emploie d’urgence à déterminer les responsabilités pour les massacres et toutes les autres violations des droits de l’homme et du droit humanitaire qui ont été perpétrées et à instituer dans les plus brefs délais un Tribunal international pour les crimes commis au Timor-Oriental;