De waarde van dit bereik is ten minste gelijk aan : a) 5° C voor een instrument van klasse I; b) 15° C voor een instrument van klasse II; c) 30° C voor een instrument van klasse III of IIII. Indien een specificatie van de fabrikant ontbreekt is een temperatuurbereik van - 10° C tot + 40° C van toepassing. 7.3. Instrumenten die op netstroom functioneren moeten voldoen aan de metrologische eisen onder stroomvoorzieningsomstandigheden binnen de normaal optredende variaties.
La valeur de cet intervalle est au moins égale à : a) 5° C pour un instrument de classe I; b) 15° C pour un instrument de classe II; c) 30° C pour un instrument de classe III ou IIII. En l'absence de spécification du fabricant, l'intervalle de température applicable est celui de - 10° C à + 40° C. 7.3. Les instruments alimentés par le réseau électrique satisfont aux prescriptions métrologiques, en conditions d'alimentation comprises dans les limites de fluctuations normales.