In de oorspronkelijke versie van de richtlijn bepaalde artikel 5, lid 1, in samenhang met bijlage III, dat de opdrachtgever 'in voorkomend geval' een schets moest geven van de voornaamste alternatieven die hij had onderzocht, met opgave van de voornaamste motieven voor zijn keuze, in het licht van de milieueffecten.
Dans sa version originale, l'article 5, paragraphe 1, en combinaison avec l'annexe III, exigeait que le maître d'ouvrage, « le cas échéant », fournisse une esquisse des principales solutions de substitution examinées et une indication des principales raisons de son choix, eu égard aux effets sur l'environnement.