De wetgever beklemtoont dat het zwaartepunt van het strafrechtelijk uitvoeringsonderzoek bij het openbaar ministerie ligt en dat in een beperkte rechterlijke controle wordt voorzien voor de aanwending van specifiek omschreven dwangmiddelen (Parl. St., Kamer, 2012-2013, DOC 53-2934/001 en DOC 53-2935/001, pp. 15-17; Parl. St., Senaat, 2013-2014, nr. 5-2405/2, pp. 2-3).
Le législateur souligne que le ministère public est l'acteur principal dans l'enquête pénale d'exécution et qu'un contrôle juridictionnel limité a été prévu pour l'utilisation de moyens de contrainte spécifiquement décrits (Doc. parl., Chambre, 2012-2013, DOC 53-2934/001 et DOC 53-2935/001, pp. 15-17; Doc. parl., Sénat, 2013-2014, n° 5-2405/2, pp. 2-3).