De mogelijkhe
id ten slotte om de openbaarheid van de debatten en van de uitspraak in de raadkamer te bevelen is, in de ogen van de Hoge Raad voor de Justitie, eveneens een wenselijke vernieuwing : niet alleen maakt dit, zoals de memorie van toelichting opmerkt, een « controle door de publieke opinie mogelijk, meer bepaald in verband met de aanvaarding of de verwerping van de proceduremiddelen », maar daarnaast heeft deze mogelijkheid ook het voordeel dat, op dit punt, het op de raadkamer toepasselijke stelsel wordt afgestemd op dat voor de kamer van inbeschuldigingstelling die, de lege lata, de openbaarheid van de debatten al kan bevelen
...[+++] krachtens § 4 van artikel 235bis, zoals ingevoegd in het Wetboek van strafvordering door dezelfde wet van 12 maart 1998.S'agissant, enfin, de la possibilité de prévoir la publicité des débats et du prononcé en chambre du conseil, il s'agit, là aussi, d'une innovation souhaitable à l'estime du Conseil supérieur de la Justice: outre qu'elle permettra, comme le souligne l'exposé des motifs, « un contrôle de l'opinion publique, notamment en ce qui concerne l'acceptation ou le rejet des moyens de procédure », elle présente aussi l'avantage d'aligner, sur ce point, l
e régime applicable devant la chambre du conseil et la chambre des mises en accusation qui, de lege lata, peut déjà ordonner la publicité des débats en vertu du § 4 de l'article
...[+++] 235bis, introduit dans le Code d'instruction criminelle par la même loi du 12 mars 1998.