De bepalingen van lid 1 laten de maatregelen onverlet die door de lidstaten worden genomen overeenkomstig de bij het EG-verdrag, inzonderheid de artikelen 30 en 46, erkende eisen inzake het openbare belang, en die meer bepaald betrekking hebben op de openbare zedelijkheid, de openbare veiligheid, inclusief het strafrechtelijk onderzoek, en de openbare orde”.
Les dispositions du paragraphe 1 ne font pas obstacle aux mesures que les États membres prennent en fonction d’exigences touchant à l’intérêt public reconnues par le traité, notamment aux articles 30 et 46, qui concernent en particulier la moralité publique, la sécurité publique, y compris les enquêtes judiciaires, et l’ordre public».