Terwijl de door de Commissie voorgestelde basiseisen voor de taalvaardigheid op operationeel niveau (niveau 4) zijn gehandhaafd (voor het Engels en, wanneer de lidstaten dit om veiligheidsredenen noodzakelijk achten, voor een plaatselijke taal), biedt het gemeenschappelijk standpunt op verzoek van het Parlement de lidstaten tevens de mogelijkheid om dwingende veiligheidsredenen een zeer goede taalvaardigheid (niveau 5) te eisen.
Bien que l'exigence de base proposée par la Commission en matière de compétences linguistiques au niveau opérationnel (niveau 4) ait été retenue (pour l'anglais, et lorsque les États membres l'estiment nécessaire pour des raisons de sécurité, pour une langue locale), la position commune, suite aux demandes du Parlement, autorise également les États membres à exiger le niveau avancé (niveau 5) pour des raisons impératives de sécurité.