Teneinde rekening te houden met deze operationele behoeften, werd er beslist om te verwijzen naar het begrip hoofdverblijfplaats, zoals gedefinieerd in de wet van 19 juli 1991 betreffende de bevolkingsregisters en de identiteitskaarten en tot wijziging van de wet van 8 augustus 1983 tot regeling van een Rijksregister van de natuurlijke personen, en niet naar het begrip van woonplaats bedoeld in artikel 102 van het Burgerlijk Wetboek, zoals de Raad van State voorstelt in zijn advies van 10 maart 1999.
Afin de tenir compte de ces nécessités opérationnelles, il a été décidé de se référer à la notion de résidence principale, telle que définie dans la loi du 19 juillet 1991 relative aux registres de la population et aux cartes d'identité et modifiant la loi du 8 août 1983 organisant un registre national des personnes physiques, et non à la notion de domicile visée à l'article 102 du Code Civil comme le propose le Conseil d'Etat dans son avis du 10 mars 1999.