Aldus worden achtereenvolgens betwist, om reden dat op buitensporige wijze
afbreuk zou worden gedaan aan de vrijheid van onderwijs : de h
ergroepering van de studenten van alle afdelingen voor de activiteiten van type A (artikel 2 - eerste middel, eerste onderdeel), de regeling van de interdisciplinaire activiteiten met betrekking tot de vorming van de beroepsidentiteit (artikel 4, derde lid, en artikel 11 - tweede middel, eer
ste onderdeel), het opgelegde aantal ur ...[+++]en in verhouding tot de uren die de instellingen vrij kunnen invullen (artikelen 4 en 12 - derde middel, eerste onderdeel), de regeling in verband met de workshops voor beroepsopleiding en de stages (artikel 10 - vierde middel, eerste onderdeel), de voorschriften in verband met de aanwezigheid van leerkrachten van het terrein in die workshops (artikel 18 - vijfde middel, eerste onderdeel), de regeling van de stagebegeleiding (artikel 20 - zesde middel) en de aan de Regering verleende bevoegdheid om het aantal onderwijsactiviteiten te bepalen en het studiejaar waarin ze worden gegeven (artikel 29.1) alsmede de erkenning van de samenwerkingsakkoorden bedoeld in de artikelen 22 en 23 (artikel 29.5) (zevende middel, onderverdeeld in 2 « delen » en 5 onderdelen).Sont ainsi successivement contestés, au motif qu'il serait porté une atteinte excessive à la liberté d'enseignement : le regroupement des étudiants de l'ensemble des sections pour les activités de type A (article 2 - 1 moyen, 1 branche), le règlement des activités interdisciplinaires de construction de l'identité professionnelle (article 4, alinéa 3, et article 11 - 2 moyen, 1 branche), l'importance du volume horaire imposé par rapport à celui relevant de l'autonomie des établissements (articles 4 et 12 - 3 moyen, 1 branche), les modalités relatives aux ateliers de formation professionnelle et aux stages (article 10 - 4 moyen, 1 branche), les prescriptions relatives à la présence d'ens
eignants de terrain ...[+++]dans ces ateliers (article 18 - 5 moyen, 1 branche), le règlement de l'encadrement des stages (article 20 - 6 moyen) et la compétence donnée au Gouvernement de déterminer le volume réservé aux différentes activités d'enseignement et leur localisation dans le cursus (article 29.1) ainsi que l'agréation des accords de collaboration visés aux articles 22 et 23 (article 29.5) (7 moyen, subdivisé en 2 « parties » et 5 branches).