Art. 36. Het slagen voor de examens opgelegd voor het verkrijgen van een toelating tot het vliegen, geeft aan de kandidaat de bevoegdheid voor de groep van ultra-lichte motorluchtvaartuigen die bij de examens gebruikt wordt.
Art. 36. La réussite des examens imposés pour l'obtention d'une autorisation de pilotage confère au candidat la qualification pour le groupe d'aéronefs ultra-légers motorisés utilisé lors de ces épreuves.