In het dertigste middel voeren de verzoekende partijen aan dat artikel 15, §§ 2 en 3, van de wet van 26 maart 2003, zoals gewijzigd bij artikel 11 van de wet van 11 februari 2014 (II), een schending inhoudt van artikel 22 van de Grondwet, al dan niet in samenhang gelezen met artikel 8 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens, doordat het COIV de in de
bestreden bepaling opgesomde instanties kan verzoeken alle inlichtingen mee te delen die het nuttig acht in het kader van een strafrechtelijk uitvoeringsonderzoek over de verrichtingen uitgevoerd door de veroordeelde, diens tegoeden en over de samenstelling en de vindplaats van
...[+++]diens vermogen zonder dat over de uitoefening van die bevoegdheid een effectieve controle wordt uitgeoefend door een rechterlijke instantie.Dans le trentième moyen, les parties requérantes font valoir que l'article 15, §§ 2 et 3, de la loi du 26 mars 2003, modifié par l'article 11 de la loi du 11 février 2014 (II), viole l'article 22 de la Constitution, combiné ou non avec l'article 8 de la Convention européenne des droits de l'homme, en ce que l'OCS
C peut demander aux instances énumérées dans la disposition attaquée de lui communiquer toutes les informations qu'il juge utiles dans le cadre d'une enquête pénale d'exécution concernant les opérations accomplies par le condamné, ses avoirs et la composition et la localisation de son patrimoine, sans qu'un contrôle effectif de l
...[+++]'exercice de cette compétence soit exercé par une juridiction.