benadrukt de verantwoordelijkheid van alle statelijke en niet-statelijke actoren om hun strategie te richten op het uitbannen van armoede; benadrukt aan de ene kant de verantwoordelijkheid van de EU om de doelstelling van 0,7 % voor 2015 te behalen, en aan de andere kant de essentiële aard van de strijd teg
en de armoede in de opkomende economieën met middelen die relevant zijn voor hun interne solidariteit; verwelkomt in dit opzicht de conclusies van de Raad waarin de Unie wordt aangezet om "de politieke dialoog met
de meer ontwikkelde ...[+++]landen over het terugbrengen van armoede en de strijd tegen ongelijkheid voort te zetten";
souligne la responsabilité de tous les acteurs étatiques et non étatiques de centrer leur stratégie sur l’élimination de la pauvreté; souligne, d’une part, la responsabilité de l’UE à se conformer à son objectif de 0,7 % d’ici 2015 et, d’autre part, le caractère indispensable de la lutte contre la pauvreté dans les pays émergents par des moyens relevant de leur solidarité interne; dans ce sens, se félicite des conclusions du Conseil qui incitent l’Union à «poursuivre son dialogue politique avec les pays plus avancés sur la réduction de la pauvreté et la lutte contre les inégalités»;