Waar de uitkering vroeger hoofdzakelijk werd bepaald door het percentage invaliditeit (en waar nodig opleg voor hulp van derden), wordt de uitkering sinds 1987 toegekend via inkomensvervangende tegemoetkoming of een basisbedrag toegekend bij minimum 66% invaliditeit (= bestaansminimum) en via een integratietegemoetkoming of opleg naargelang van de beperking van de zelfredzaamheid.
Alors que précédemment l'allocation était principalement déterminée par le taux d'invalidité (avec octroi, le cas échéant, d'un supplément pour les handicapés recevant une aide de tierces personnes), elle est accordée depuis 1987 par le biais d'une allocation de remplacement de revenus ou d'un montant de base dans le cas d'une invalidité minimum de 66% (= minimum de moyens d'existence), ainsi que par le biais d'une allocation d'intégration ou d'un supplément selon le degré de limitation de l'autonomie.
