De bevoegdheden tot het opleggen van geldboeten, bedoeld in § 1 kunnen eveneens uitgeoefend worden door de voorzitter of een bevoegd magistraat van de Raad van Bestuur van de Dienst voor de Mededinging, in het kader van de uitoefening van de bevoegdheden vermeld in artikel 23, § 2, 3».
Le pouvoir d'infliger des amendes au sens du § 1 peut également être exercé par le président ou un magistrat compétent du conseil d'administration du Service de la concurrence, dans le cadre de l'exercice des compétences visées à l'article 23, § 2, 3».