Hierbij wordt bijvoorbeeld verwezen naar de ordehandhaving : de minister-president zal deze bevoegdheid uitoefenen « niet in het kader van de bevoegdheden die zijn toegewezen aan de organen van het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest, maar wel in het kader van de bevoegdheden die zijn toegewezen aan deze overheden die optreden als organen van de agglomeratie, ondergeschikte overheid » (stuk Senaat, nr. 5-2232/1, blz. 189).
Pour étayer cette thèse, ils font par exemple référence au maintien de l'ordre: le ministre-président exercera cette compétence, « non pas dans le cadre des compétences qui sont attribuées aux organes de la Région de Bruxelles-Capitale, mais bien dans le cadre des compétences qui sont attribuées à ces autorités agissant en tant qu'organes de l'agglomération, autorité subordonnée » (p. 189 de la proposition de loi nº 5-2232/1).