De beklaagden en de universiteit merken op dat de wetgever van de regels van gemeen recht is afgeweken in een streven naar doeltreffendheid en coherentie, doch met aanwending van onevenredige middelen vermits hij, door hun het optreden van een zittend magistraat te ontzeggen, inbreuk heeft gemaakt op hun rechten van verdediging, inzake de onschendbaarheid van de woning, die door artikel 15 van de Grondwet wordt gewaarborgd.
Les prévenus et l'université observent que le législateur a dérogé aux règles du droit commun, dans un souci d'efficacité et de cohérence, mais en usant de moyens disproportionnés puisque, en les privant de l'intervention d'un magistrat assis, il a porté atteinte à leurs droits de défense, dans la matière de l'inviolabilité du domicile, garantie par l'article 15 de la Constitution.