Zij baseert zich in dat verband op de rechtspraak van het Hof van Justitie krachtens welke « niet a priori [kan] worden uitgesloten dat verschillende opeenvolgende maatregelen van de staat als één enkel optreden moeten worden beschouwd, met name wanneer dergelijke maatregelen, gelet op de chronologie en de doeleinden ervan alsook op de toestand van de onderneming, zo nauw met elkaar zijn verbonden dat zij onmogelijk afzonderlijk kunnen worden bezien » (HvJ, grote kamer, 19 maart 2013, C-399/10 P en C-401/10 P, Bouygues SA en anderen t. Commissie, punt 130).
Elle se fonde, à cet égard, sur la jurisprudence de la Cour de justice en vertu de laquelle « il ne saurait être exclu d'emblée que plusieurs interventions consécutives de l'Etat doivent être regardées comme une seule intervention, notamment lorsque de telles interventions présentent, au regard de leur chronologie, de leur finalité et de la situation de l'entreprise, des liens tellement étroits entre elles qu'il est impossible de les dissocier » (CJUE, grande chambre, 19 mars 2013, C-399/10 P et C-401/10 P, Bouygues SA et al. c. Commission, point 130).