I
n dat opzicht blijkt uit de in B.7.1 en B.7.2 vermelde parlementaire voorbereiding dat het behalen
van het brevet het centrale element is in het nieuwe statuut van de inspecteurs : het strekt ertoe de relationele en pedagogische vaardigheden van de kandidaat aan te tonen, en het feit dat het overal wordt vereist wordt verantwoord doordat de toegang tot het ambt van inspecteur openstaat voor alle kandidaten, ongeacht het net waaruit ze afkomstig zijn, en door de wil om de voorwaarden om benoemd te worden in het ambt van inspecteur bijgevolg uniform te mak
...[+++]en.
Les travaux préparatoires cités en B.7.1 et B.7.2 font apparaître à cet égard que l'obtention du brevet est l'élément central du nouveau statut des inspecteurs : il tend à établir les aptitudes relationnelles et pédagogiques du candidat, et son exigence généralisée est justifiée par le fait que l'accès à la fonction d'inspecteur est ouvert à tous les candidats quel que soit le réseau dont ils sont issus, et par la volonté d'uniformiser en conséquence les conditions de nomination à la fonction d'inspecteur.