Voor de toepassing van de artikelen 33, eerste lid, en 34bis wordt het bezit van een universitair diploma verondersteld een voorwaarde te zijn geweest die de houder
van zo een diploma moest vervullen om in een graad van
niveau 1 te kunnen worden aangeworven door een instelling van openbaar nut aangesloten bij het pensioenstelsel ingesteld door de wet van 28 april 1958 betreffende het pensioen van het p
ersoneel van zekere organismen van openbaar nut al ...[+++]smede van hun rechthebbenden, vooraleer die instelling een personeelsstatuut had dat analoog was met dat van de rijksambtenaren».
Pour l'application des articles 33, alinéa 1, et 34bis, la possession d'un diplôme universitaire est censée avoir constitué une condition à laquelle le titulaire d'un tel diplôme a dû satisfaire pour pouvoir être recruté dans un grade du niveau 1 par un organisme d'intérêt public affilié au régime de pension institué par la loi du 28 avril 1958 relative à la pension des membres du personnel de certains organismes d'intérêt public et de leurs ayants droit, avant que cet organisme ne soit doté d'un statut du personnel analogue à celui des agents de l'Etat».