C. overwegende dat het besluit van de districtsrechtbank van Petsjersk van 11 oktober 2011 om oud-premier Joelia Timosjenko te veroordelen tot zeven jaar gevangenisstraf, drie jaar uitsluiting van politieke activiteiten, een boete van 200 miljoen dollar en inbeslagname van al haar eigendommen, algemeen gezien wordt als een wraakactie of als een onderdeel van pogingen om oppositieleden te veroordelen en in de gevangenis te zetten om hen te verhinderen zich kandidaat te stellen bij en campagne te voeren voor de parlementsverkiezingen van volgend jaar en de presidentsverkiezingen in 2015;
C. considérant que la décision prise le 11 octobre 2011 par le tribunal de grande instance de Pechersk, en Ukraine, de condamner l'ancienne première ministre, Ioulia Timochenko, à sept ans de prison, trois ans d'interdiction d'activité politique, une amende de 200 millions de dollars et la confiscation de tous ses biens est généralement considérée comme un acte de vengeance ou comme participant d'une tentative en vue de poursuivre et emprisonner les membres de l'opposition afin de les empêcher de se présenter et de faire campagne aux élections législatives de l'année prochaine et à l'élection présidentielle de 2015;