Zij stelt meer bepaald een eenvormig stelsel in voor de provincie- en gemeentebelastingen, en verzamelt alle bepalingen met betrekking tot zowel de vestiging als de invordering van deze belastingen, waardoor de opheffing van wanordelijke en fragmentarische oude wetten, zoals die van 29 april 1819 betreffende de gemeentebelastingen, mogelijk werd.
Elle instaure notamment un régime uniforme pour les taxes provinciales et communales et regroupe toutes les dispositions relatives tant à l'établissement qu'au recouvrement desdites taxes, permettant ainsi l'abrogation de lois anciennes éparses et fragmentaires, comme celle du 29 avril 1819 en matière de taxes communales.