« Schendt artikel 28, tweede lid, van de wet van 27 februari 1987 betreffende de tegemoetkomingen aan gehandicapten de artikelen 10 en 11 van de gecoördineerde Grondwet niet en roept het geen verschil in behandeling in het leven dat niet objectief verantwoord is, doordat het de wet van 27 juni 1969 betreffende het toekennen van tegemoetkomingen aan de minder-validen van toepassing laat, met inbegrip van de bepalingen betreffende de verjaring van de terugvordering van een onverschuldigd bedrag ten laste van een gerechtigde op gewone of bijzondere tegemoe
tkoming volgens het oude stelsel, terwijl ...[+++] de gerechtigden op een tegemoetkoming ingesteld bij de voormelde wet van 27 februari 1987 aan een vordering tot terugbetaling van het onverschuldigd bedrag de verjaringstermijn van een, drie of vijf jaar kunnen tegenwerpen, naar gelang van het geval, krachtens artikel 16, § 1, van die wet,
terwijl aan de gerechtigde op een tegemoetkoming volgens het oude stelsel een verjaringstermijn van ten minste vijf jaar wordt tegengeworpen op grond van artikel 7 van de wet van 6 februari 1970 betreffende de verjaring van schuldvorderingen ten laste of ten voordele van de Staat en de provinciën ?
« L'article 28, alinéa 2, de la loi du 27 février 1987 relative aux allocations aux handicapés ne viole-t-il pas les articles 10 et 11 de la Constitution coordonnée et ne crée-t-il pas une différence de traitement non justifiée objectivement en ce qu'il laisse d'application la loi du 27 juin 1969 relative à l'octroi d'allocations aux handicapés en ce compris les dispositions relatives à la prescription de la récupération d'un indu à charge d'un bénéficiaire d'allocation ordinaire
ou spéciale dite de l'ancien régime alors que les bénéficiaires d'une allocation créée par la loi du 27 février 1987 susvisée peuvent opposer à une demande en r
...[+++]écupération d'indu la prescription d'un, de trois ou de cinq ans selon le cas en vertu de l'article 16, § 1, de ladite loi tandis que le bénéficiaire d'une allocation de l'ancien régime se voit opposer un délai de prescription minimum de 5 ans sur le fondement de l'article 7 de la loi du 6 février 1970 relative à la perception des créances à charge ou au profit de l'Etat ou des Provinces ?