de modaliteiten van de weging van de stemmen voor de overgangsperiode tussen 1 mei en 31 oktober 2004 zijn gebaseerd op de oude weging, waarbij aan de lidstaten tussen 2 en 10 stemmen in de Raad worden toegekend.
les modalités de la pondération des voix pour la période transitoire entre le 1er mai et le 31 octobre 2004 ont été modelées sur l'ancienne pondération, accordant aux États membres entre 2 et 10 voix au Conseil.