21. dringt erop aan dat bij
de verstrekking van humanitaire hulp het internationaal humanitair recht in acht wordt genomen en dat andere partnerdonoren geen beperkingen opleggen aan de humanitaire hulp van de EU; u
it zijn bezorgdheid over en veroordeelt het gebruik van verkrachting en andere vormen van en seksueel en gendergerelateerd geweld tegen vrouwen en meisjes als wapen in humanitaire noodsituaties; benadrukt dat dit geweld, alsook de lichamelijke en psychologische gevolgen ervan, moet worden aangepakt; dringt aan op een were
...[+++]ldwijd engagement om ervoor te zorgen dat vrouwen en meisjes vanaf het begin van elke noodsituatie of crisis veilig zijn, door het risico op seksueel en gendergerelateerd geweld tegen te gaan, door aan bewustmaking te doen, door ervoor te zorgen dat de daders worden vervolgd, en door ervoor te zorgen dat vrouwen en meisjes tijdens humanitaire crises toegang hebben tot het volledige scala aan seksuele en reproductieve gezondheidsdiensten, met inbegrip van veilige abortus – in plaats van wat neerkomt op onmenselijke behandeling in stand te houden, zoals voorgeschreven door het internationaal humanitair recht en zoals bepaald in de Conventies van Genève en de aanvullende protocollen daarbij;