Het familielid bedoeld in artikel 10, §1, eerste lid, 6º, moet bovendien het bewijs aanbrengen dat de vreemdeling die vervoegd wordt beschikt over stabiele, regelmatige en toereikende bestaansmiddelen ten behoeve van zichzelf en van zijn familieleden en om te voorkomen dat zij ten laste van de openbare overheden vallen.
Le membre de la famille visé à l'article 10, §1 , alinéa 1 , 6º, doit en outre apporter la preuve que l'étranger rejoint dispose de moyens de subsistance stables, réguliers et suffisants pour subvenir à ses propres besoins et à ceux des membres de sa famille et ne pas devenir une charge pour les pouvoirs publics.