32. merkt op dat het misbruik van vrijheidsbeneming van kinderen, met name voor preventieve detentie en detentie van migrantenkinderen, heeft geleid tot overbevolkte detentiecentra en tot toename van de foltering en mishandeling van kinderen; roept landen op ervoor te zorgen dat vrijheidsbeneming van kinderen, zoals bepaald door de universele normen inzake mensenrechten, daadwerkelijk uitsluitend wordt gebruikt als uiterste maatregel, voor een periode die niet langer duurt dan strikt noodzakelijk en altijd met inachtneming van het belang van het kind;
32. souligne que le recours abusif à la privation de liberté des enfants, en particulier à leur mise en détention préventive et à l'enfermement d'enfants migrants dans des centres rétention, a abouti à une surpopulation des centres de détention et à l'augmentation de la torture et des mauvais traitements à l'encontre des enfants; demande aux États de veiller à ce que la privation de liberté des enfants, conformément aux droits de l'homme universels, ne soit utilisée qu'en dernier ressort, pour une durée aussi brève que possible et sans jamais perdre de vue l'intérêt supérieur de l'enfant;