Dienaangaande moet worden opgemerkt dat de wet van 7 augustus 1974 tot instelling van het recht op een bestaansminimum een artikel 6, § 2, bevatte, dat voorzag in een « geïndividualiseerd project voor sociale integratie » dat het voorwerp uitmaakt va
n een schriftelijke overeenkomst tussen de rechthebbende en het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn, waarbij die overeenkom
st diende te worden nageleefd om het bestaansminimum aan de rechthebbenden jonger dan 25 jaar toe te kennen of voor hen te behouden, of wanneer het project d
...[+++]oor de rechthebbende of door het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn werd voorgesteld.
Il y a lieu de relever, à cet égard, que la loi du 7 août 1974 instituant le droit à un minimum de moyens d'existence contenait un article 6, § 2, prévoyant un « projet individualisé d'intégration sociale » inscrit dans un contrat écrit conclu entre le bénéficiaire et le centre public d'aide sociale, le respect de ce contrat étant obligatoire pour l'octroi et le maintien du minimum de moyens d'existence aux bénéficiaires âgés de moins de 25 ans ou lorsqu'il était proposé par le bénéficiaire ou par le centre public d'aide sociale.