De commissie onderstreepte dat kwalificatievraagstukken tot haar bevoegdheid behoorden en dat het haar dan ook toekwam te beslissen over de te volgen wetgevingsprocedure. In overeenstemming met de opmerking in het advies van de Raad van State, besliste de commissie dat de bepalingen van het ontwerp die betrekking hadden op de bevoegdheid van de rechtbanken (de artikelen 16, § 2, vierde lid, 18 en 19) een aangelegenheid regelden als bedoeld in artikel 77 van de Grondwet, en in een afzonderlijk wetsontwerp moesten worden ondergebracht.
Conformément à la remarque formulée dans l'avis du Conseil d'État, la commission décida que les dispositions du projet relatives à la compétence des tribunaux (les articles 16, § 2, alinéa 4, 18 et 19) réglaient une matière visée à l'article 77 de la Constitution et devaient faire l'objet d'un projet de loi distinct.