De verwijzende rechter, die van oordeel is dat de nieuwe wetgeving, en
in het bijzonder de overgangsbepaling van het voormelde artikel 42, § 2, van de wet van 27 april 2007, het niet mogelijk maakt zich te verzetten tegen de toekenning van een uitkering tot levensonderhoud in het raam van een hoofdvordering die werd ingesteld vóó
r 1 september 2007, vraagt aan het Hof of de gedifferentieerde toepassing van de nieuwe wet op de hoofdvordering, enerzijds, en de tegenvordering, anderzijds, strijdig is met de artikelen 10 en 11 van de Grond
...[+++]wet.
Considérant que la nouvelle législation, et en particulier la disposition transitoire de l'article 42, § 2, précité de la loi du 27 avril 2007, ne permet pas de faire obstacle à l'octroi d'une pension alimentaire dans le cadre d'une demande principale introduite avant le 1 septembre 2007, le juge a quo interroge la Cour sur le point de savoir si l'application différenciée de la loi nouvelle à l'action principale, d'une part, et à l'action reconventionnelle, d'autre part, est contraire aux articles 10 et 11 de la Constitution.