Art. 2. Bij de redactie van een stedenbouwkundig voorschrift voor een gewestelijk, provinciaal of gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan voor een b
epaald gebied wordt zoveel als mogelijk de volgende opbouw gehanteerd : 1° opgave van hoofd-, neven en/of ondergeschikte bestemming(en) van het gebied, waarbij bepaald wordt welke activiteiten of maatschappelijke functies in een gebied zijn toegelaten; daar kan aan toegevoegd worden dat bepaalde activiteiten niet zijn toegelaten; 2° desgevallend, bepalingen over de inrichting van een gebied waaronder voorschriften over de beeldwaarde, de ontsluiting, het verzekeren van duurzaam ruimtegebru
...[+++]ik, het garanderen van goed nabuurschap met naastliggende gebieden; 3° desgevallend, bepalingen over het beheer in het gebied; 4° desgevallend, overgangsbepalingen voor aanwezige activiteiten of functies die niet meer in overeenstemming zijn met de bestemming(en) van het gebied; 5° desgevallend, bepalingen over de vestiging van een voorkooprecht.Art. 2. Lors de la rédaction d'une prescription urbanistique destinée à un plan d'exécution régional, provincial ou communa
l pour une certaine zone, la composition suivante est appliquée : 1° mention de l' (des) affectation(s) principale(s), parallèle(s) ou subordonnée(s) de la zone laquelle détermine quelles activités ou fonctions sociales sont autorisées dans une zone; il peut y être ajouté que certaines activités ne sont pas autorisées; 2° le cas échéant, dispositions relatives à l'aménagement d'une zone parmi lesquelles la valeur d'apparence, le désenclavement, l'assurance d'une utilisation durable de l'espace, l'assurance d'une b
...[+++]onne adaptation aux zones adjacentes; 3° le cas échéant, dispositions relatives à la gestion dans la zone; 4° le cas échéant, dispositions transitoires pour les activités ou fonctions qui ne sont plus conformes à l'(aux) affectation(s) de la zone; 5° le cas échéant, dispositions relatives à l'établissement du droit de préachat.