De verificatie door de Commissie van het additionaliteitsbeginsel moet met name zijn gericht op de lidstaten waar ten minste 15 % van de bevolking in minder ontwikkelde en overgangsregio's woont, daar de financiële middelen voor een groot deel voor deze regio's bestemd zijn.
La vérification du principe d'additionnalité par la Commission devrait se concentrer sur les États membres dans lesquels les régions moins développées et en transition couvrent au moins 15 % de la population, en raison de l'ampleur des ressources financières qui leur sont attribuées.