De lidstaten moeten partnerschappen bevorderen tussen sociale partners, bedrijven, aanbieders van onderwijs en opleiding, diensten voor de arbeidsvoorziening, overheden, onderzoeksorganisaties en andere belanghebbenden, om ervoor te zorgen dat de informatie over de arbeidsmarktbehoeften beter wordt verspreid en dat de ontwikkeling van kennis, vaardigheden en competenties beter wordt afgestemd op de behoeften van de arbeidsmarkt.
les États membres devraient encourager les partenariats entre partenaires sociaux, entreprises, centres d'enseignement et de formation, services de l'emploi, autorités publiques, organismes de recherche et autres parties concernées, en vue d'assurer un meilleur transfert d'informations sur les besoins du marché du travail et une meilleure adéquation entre ces besoins et l'acquisition de connaissances, d'aptitudes et de compétences.