De toezichthoudende overheden kunnen, onverminderd het bepaalde bij de paragrafen 1, 2 en 3, ieder voor de beleggingsondernemingen waarover zij toezicht houdt, nader bepalen wat moet worden verstaan onder een passende beleidsstructuur, een passende interne controle, een passende onafhankelijke interneauditfunctie, een passende risicobeheerfunctie en, na advies van de CBFA, een passende onafhankelijke compliancefunctie».
Les autorités de contrôle peuvent, sans préjudice des dispositions des §§ 1, 2 et 3, préciser, chacune en ce qui concerne les entreprises d'investissement relevant de son contrôle, ce qu'il y a lieu d'entendre par structure de gestion adéquate, contrôle interne adéquat, fonction d'audit interne indépendante adéquate, fonction de gestion des risques adéquate et, sur avis de la CBFA, fonction de compliance indépendante adéquate».