Bij zijn arresten nrs. 68/2015, 69/2015 en 70/2015 van 21 mei 2015 heeft het Hof zijn rechtspraak met betrekking tot de verhaalbaarheid van de kosten en erelonen van advocaten in de geschillen voor de burgerlijke rechter tussen een overheid die in het algemeen belang optreedt en een particulier, in haar geheel heroverwogen.
Par ses arrêts n 68/2015, 69/2015 et 70/2015 du 21 mai 2015, la Cour a reconsidéré, dans son ensemble, sa jurisprudence relative à la répétibilité des frais et honoraires d'avocat dans les litiges portés devant le juge civil et opposant une autorité publique agissant dans l'intérêt général à un particulier.