De verzoekende partijen in de zaak nr. 1941 klagen aan dat de artikelen 44 en 45, waar
in wordt geëist dat degenen die een beroepsactiviteit in v
erband met het spel willen uitoefenen, over een vergunning klasse D beschikken - die hun wordt uitgereikt op voorwaarde, onder meer, dat zij zich gedragen op een manier die beantwoordt aan de vereiste
n van de functie -, niet preciseren waarin dat verban
d bestaat en aan de ...[+++]overheid die belast is met het uitreiken van die vergunning een beoordelingsvrijheid toekennen ten aanzien van de voormelde voorwaarde.
Les parties requérantes dans l'affaire n° 1941 reprochent aux articles 44 et 45, exigeant que ceux qui entendent exercer une activité professionnelle en rapport avec le jeu disposent d'une licence de classe D - laquelle leur est délivrée à condition, notamment, qu'ils se comportent d'une manière répondant aux exigences de la fonction -, de ne pas préciser en quoi consiste ce rapport et de conférer un pouvoir à l'autorité chargée de délivrer cette licence quant à l'appréciation de la condition précitée.