In overweging 8 van de richtlijn is het volgende bepaald: "Vele van de over de gehele wereld bestaande en door de verdragsluitende partijen van de Internationale Maritieme Organisatie (IMO) erkende organisaties garanderen in het kader van hun werkzaamheden namens de nationale overheidsdiensten geen toereikende tenuitvoerlegging van de voorschriften of voldoende betrouwbaarheid, omdat zij niet over de betrouwbare en gepaste structuren en ervaring beschikken om hun taken op zeer deskundige wijze uit te voeren".
Le considérant 8 de la directive dispose: «Dans le monde, un grand nombre des organismes existants reconnus par les parties contractantes de l'Organisation maritime internationale (OMI) n'assurent pas une mise en œuvre adéquate des règles ou une fiabilité suffisante lorsqu'ils agissent au nom des administrations nationales, dans la mesure où ils ne disposent pas des structures ni d'une expérience fiables et adéquates pour pouvoir accomplir leur mission de manière hautement professionnelle».