3. Voor een door een overheidsemittent uitgegeven financieel instrument waarvan de in artikel 23, lid 7, van Verordening (EU) nr. 236/2012 bedoelde aanmerkelijke waardedaling wordt gemeten op basis van een rendementscurve, wordt deze daling berekend als een stijging in de rendementscurve in vergelijking met de rendementscurve van de overheidsemittent op de sluiting van de vorige dag van verhandeling, als berekend op basis van gegevens over de emittent die op dat handelsplatform beschikbaar zijn.
3. Dans le cas d’un titre de créance émis par un émetteur souverain, pour lequel la baisse de valeur significative visée à l’article 23, paragraphe 7, du règlement (UE) no 236/2012 est mesurée en fonction d’une courbe des taux, la baisse correspond à la hausse de la courbe des taux de l’émetteur souverain par rapport à la courbe des taux à la clôture de la journée de négociation précédente, calculée sur la base des données disponibles au sujet de l’émetteur sur la plate-forme de négociation concernée.