4. Is de administratie van oordeel dat de onderzoekende ambtenaren: a) steeds met het nodige doorzicht en met gezond economisch verstand moeten handelen; b) er zorg moeten voor dragen slechts een goed overwogen en gematigd gebruik te maken van de hen verleende bevoegdheid (zie: Parl. st., Senaat, 1961-1962, nr. 366, blz. 292); c) dat het niet aanvaardb
aar is dat ze zulke overtollige of onmogelijke opzoekingen en zoveel administratief werk zouden vragen dat ze voor de belastingplichtige ongehoord tijdverlies en hoge kosten zouden meebrengen (zie: Parlementaire handelingen, Kamer, 15 juni 1962, blz. 85); d) een negatief en/of een onmoge
...[+++]lijk bewijs mogen of moeten eisen; e) zo'n willekeurige en/of nietige ambtshalve aanslagen mogen teweegbrengen?Dans la négative, pourquoi? 4. L'administration considère-t-elle que les fonctionnaires examinateurs: a) doivent agir en toute circonstance avec le discernement et le bon sens économique requis? b) doivent veiller à user seulement de manière réfléchie et modérée de la compétence qui leur est octroyée (cf.: Doc. Parl. Sénat, 1961-1962, n°366, p. 292)? c) ne peuvent en auc
un cas exiger des contribuables des recherches tellement superflues ou irréalistes et un travail administratif à ce point important qu'ils entraîneraient une perte de temps déraisonnable et un coût élevé (cf.: Annales parlementaires, Chambre, 15 juin 1962, p. 85)? d) peuv
...[+++]ent ou doivent exiger une preuve négative et/ou impossible? e) peuvent procéder à pareilles taxations d'office arbitraires ou frappées de nullité ?