Overwegende dat de Gemeenschappen bevoegd zijn voor culturele aangelegenheden, waaronder het audiovisuele beleid; dat de Koning gemachtigd is om de samenstelling va
n het overlegcomité vast te leggen; dat er daarom wordt gepreciseerd dat de Gemeenschappen, elk vertegenwoordigd door één lid, kunn
en deelnemen aan de vergaderingen van het overlegcomité ter uitvoering van de bevoegdheden van het overlegcomité op audiovisueel vlak, zoals bepaald in artikel XI. 282, § 3 van he
...[+++]t Wetboek van economisch recht; dat de Gemeenschappen aan de vergaderingen deelnemen in de hoedanigheid van waarnemer.
Considérant que les Communautés sont compétentes en matières culturelles dont l'audiovisuel; que le Roi est habilité à fixer la composition du comité de concertation; qu'il est dès lors précisé que les Communautés, chacune représentée par un membre, pourront siéger aux réunions du comité de concertation pour l'exécution des missions du Comité en matière audiovisuelle, telles que visées à l'article XI. 282, § 3 du Code de droit économique; qu'elles y siègeront en qualité d'observateur.