Aldus wordt het pand op de handelszaak gevestigd bij authentieke of bij onderhandse akte (artikel 3 van de wet van 25 oktober 1919), kan het pand bij het begin enkel worden gegeven aan schuldeisers die kredietinstellingen zijn die een vergunning hebben verkregen of financiële instellingen (artikel 7 van de wet van 25 oktober 1919) en moet het pand, teneinde tegenstelbaar te zijn aan derden, voldoen aan vereisten van openbaarheid (artikelen 4 en volgende van de wet van 25 oktober 1919).
Ainsi, le gage sur fonds de commerce est constitué par acte authentique ou sous seing privé (article 3 de la loi du 25 octobre 1919), il ne peut être consenti initialement qu'à des créanciers qui sont des établissements de crédit agréés ou des établissements financiers (article 7 de la loi du 25 octobre 1919) et doit, pour être opposable aux tiers, satisfaire à des exigences de publicité (articles 4 et suivants de la loi du 25 octobre 1919).