Deze uitbreiding heeft geleid tot de aanpassing in dezelfde zin van de artikelen 13, paragraaf 3, en 15, paragraaf 3 opdat de winst verkregen uit de vervreemding van spoor- of wegvoertuigen alsmede de beloningen verkregen door loontrekkers die werken aan boord van die voertuigen, eveneens belastbaar zouden zijn in de woonstaat van de vervoeronderneming die spoor- of wegvervoertuigen exploiteert.
Cette extension a entraîné l'adaptation corrélative des articles 13, paragraphe 3, et 15, paragraphe 3, de manière à rendre également imposables dans l'Etat de résidence de l'entreprise de transport ferroviaire ou routier, les gains provenant de l'aliénation de véhicules ferroviaires ou routiers ainsi que les rémunérations reçues par les travailleurs salariés travaillant à bord de ces véhicules.