In haar besluit tot inleiding van de procedure erkende de Commissie dat het probleem van de coördinatie tussen marktdeelnemers in beginsel marktfalen kan vormen, omdat de zenders het eens moeten geraken over gemeenschappelijke tijdstippen voor de overschakeling naar digitale uitzendingen, zodat de kosten voor parallelle uitzendingen zo veel mogelijk worden beperkt, vooral omdat het radiospectrum ontoereikend is voor de gelijktijdige uitzending van analoge en digitale televisiesignalen (de zgn. simulcastingfase).
Dans la décision d'ouverture de la procédure, la Commission a reconnu que le problème de coordination entre les opérateurs du marché peut, en principe, représenter un «dysfonctionnement du marché» parce que les diffuseurs de télévision doivent convenir de dates communes pour le passage à la radiodiffusion numérique afin de réduire le plus possible les coûts de la transmission parallèle, surtout du fait que le spectre des radiofréquences est insuffisant pour la transmission simultanée des signaux de télévision analogiques et numériques (la phase dite du simulcast).
