Artikel 283, eerste lid, 2º, van hetzelfde Wetboek wordt vervangen als volgt : « 2º houder zijn van een getuigschrift van lager middelbaar onderwijs of door de Koning gelijkwaardig verklaard onderwijs en gedurende drie jaar bij een parket werkzaam zijn geweest als bode, hetzij in een graad waarvoor een bijzondere beroepsbekwaamheid vereist is en waaraan een wedde is verbonden waarvan de schaal ondergebracht is in niveau 4, vastgesteld bij de bepalingen tot regeling van de bezoldiging van het personeel der ministeries».
L'article 283, premier alinéa, 2º, du même Code est remplacé par les dispositions suivantes : « 2º être porteur d'un certificat d'études moyennes du degré inférieur ou d'études déclarées équivalentes par le Roi et avoir exercé pendant trois ans au parquet les fonctions de messager ou celles d'un grade qui requiert une aptitude professionnelle particulière et dont l'échelle de traitement appartient au niveau 4 fixé par le statut pécuniaire du personnel des ministères. » § 2.