Men laat dus de termijn van acht dagen in artikel 420bis, eerste lid, van het Wetboek van strafvordering vallen, teneinde ervoor te zorgen dat de verweerder over voldoende tijd beschikt om zijn verdediging voor te bereiden in het licht van de argumenten van de eiser.
Le délai de huit jours retenu par l'article 420bis, alinéa 1 , du Code d'instruction criminelle est donc abandonné, ceci afin d'assurer que le défendeur dispose d'un laps de temps suffisant pour préparer sa défense au regard des arguments du demandeur.