Volgens de parlementaire voorbereiding zou de aldus omschreven plicht tot « loyale » medewerking, zij het tegen zichzelf, in een tuchtonderzoek ook in verband staan met de principiële ontstentenis in tuchtzaken van de dwangmiddelen die in een strafrechtspleging beschikbaar zijn en met een regel dat gegevens uit het tuchtonderzoek niet aan de gerechtelijke overheden zouden worden overgezonden (ibid., nr. 1965/1, p. 13, en nr. 1965/6, pp. 14-15).
Selon les travaux préparatoires, l'obligation ainsi définie de collaborer « loyalement », fût-ce contre soi-même, à l'enquête disciplinaire serait également liée à la non-application de principe, en matière disciplinaire, des contraintes prévues par la procédure pénale et à une règle en vertu de laquelle les éléments de l'enquête disciplinaire ne seraient pas transmis aux autorités judiciaires (ibid., n° 1965/1, p. 13, et n° 1965/6, pp. 14-15).